Ivan Kocanda

ivanIemand die zeker een stempel heeft gedrukt op de geschiedenis van het Utrechtse ijshockey, en daarom niet mag ontbreken op onze “Utrecht Vintage Wall of Fame”, is Ivan “Kokkie” Kocanda.

Bijna iedereen van de “oude garde” die begonnen is in de Utrechtse jeugd in de jaren 70, heeft schaatsen geleerd van Ivan. Hij is een van de meest bedreven trainers die we kennen en een van de best technisch onderlegde ijshockeyers.

Hij bezat een unieke combinatie van twee uitersten: een grote persoonlijke bescheidenheid en een ongekend fanatisme in het ijshockey. Dat fanatisme ging ver. We herinneren ons de zeer gerichte zomer trainingen van Kokkie op de “berg” in Overvecht waaronder het puin van de oude Utrechtse Jaarbeurs ligt. Met eigen gemaakte loodvesten om de schouders liet Ivan ons, keer op keer, de berg op rennen en als je dan zo’n beetje je longen op het asfalt stond te hoesten, zei Ivan met zijn welbekende accent: “Kom jongens, nog EEN keertje naar boven….” Ja, Ivan wist van doorzetten en dat had hij vast en zeker meegekregen in zijn eigen ijshockey opleidingen in Praag.

Hij bedacht ook dat we zomers pucks konden schieten vanaf plexiglas platen voor met lood-verzwaarde  sticks om schotkracht te verbeteren. Als je dan een uurtje of wat op die manier aan je armspieren had gewerkt, was je ‘s avonds blij als je nog net in staat was om je vork met eten naar je mond te kunnen brengen.
Allemaal eenvoudige gerichte trainingsapparaten voor het opbouwen van de juiste skills en spierkracht.

Als er eenmaal weer ijs lag, was “Kokkie” helemaal niet meer te houden. Tijdens het winterseizoen kreeg hij velen zo gek om op doordeweekse dagen om 6 uur ‘s ochtends al op de ijsbaan te zijn voor extra trainingen waardoor je soms zelfs 2x per dag trainde. Maar hij zorgde ook goed voor zijn jongens: als timmerman bij de firma Stijlaart zaagde hij uit hout hygiënische slippers (of waren het klompen) voor het hele team die met een rubberband makkelijk onder je voet bleef zitten als je onder de douche stond.  Het was een apparte vertoning als het hele team na een training slechts “gekleed” met  houten klompen door de kleedkamer liep te klossen.

Ivan is nog steeds actief in het Nederlandse ijshockey bij Heerenveen.

 

Hieronder een leuk interview dat Rob Kerkhoven, columnis en auteur,  in 2012 had met Ivan:

jeugdcoach ivan kocanda: ‘ijshockey is mijn leven (17-10-2012)

ivan-kocanda-221x300‘Kortgeleden sprak Rob Kerkhoven de befaamde ijshockeycoach Ivan Kocanda (9maart 1947, Praag). Hier het resultaat van die ontmoeting.

Kocanda was al met pensioen, maar is toch weer begonnen als jeugdtrainer van de Flyers uit Heerenveen. Reden genoeg voor een interview.

Hoe kwam je hier terecht?

“Toen de Praagse Lente door de Russische inval in de kiem gesmoord was, wilde ik mijn vaderland ontvluchten. In 1969 vertrok ik samen met vrienden uit Tsjecho-Slowakije (zoals het land toen nog heette) en kwam in Duitsland terecht. Ik herinner me dat we met mijn club Motorlet Praag op trainingskamp waren als voorbereiding op het nieuwe ijshockeyseizoen. We zouden de volgende dag naar Rusland vertrekken voor enkele oefenwedstrijden. ‘s Nachts werden we gewekt door onze trainer: ‘de Russen zijn hier’. ‘Leuk hoor’, reageerden wij slaapdronken en wilden verder slapen. Maar het bleek menens. We zijn halsoverkop naar Praag teruggekeerd. Daar trof ik mijn opa en oma. Mijn vader was voor zijn werk in Syrië, mijn moeder op familiebezoek in Joegoslavië. Oma brandde wat kaarsen: alsjeblieft geen oorlog! Een halfjaar later ben ik gevlucht, zoals zoveel Tsjecho-Slowaken.”

Hij kwam vlakbij Nürnberg in een opvangkamp. Vandaar ging hij naar Zuid-Afrika, speelde er een paar maanden voor Swiss Bears in Johannesburg: goed niveau, veel lol. Via een vriend kon hij naar Tilburg, daar speelden al vijf Tsjechen en er was een Tsjechische trainer, Jiri Pokorny, een Tsjechische international. “Ik speelde er als ‘Kokkie Sanders’, een schuilnaam, omdat ik voor anderhalf jaar geschorst werd door de Internationale IJshockey Federatie. Ook andere Tsjechische spelers hadden schuilnamen.”

In Nederland gaan jongetjes van zeven, acht jaar voetballen, hoe is dat in Tsjechië?

“In Tsjechië gaan ze ijshockeyen. IJshockey is sport nummer één. Ik begon zelf op mijn zevende bij Motorlet in Praag. Praag had toen maar één ijsbaan, nu tien. Elke stad in Tsjechië heeft tegenwoordig een ijshockeybaan, maar geen 400 meterbaan. Schaatskampioene Sablikova traint in het buitenland. Hier willen jochies Sneijder of Van Persie worden, in Tsjechië dromen ze van een carrière als Jaromir Jágr (intussen 40 jaar en nog altijd actief in de profcompetitie in Canada) of Dominik Hašek, de beroemde keeper.”

Hoe goed is het Tsjechische ijshockey?

“Het Tsjechische team behoort tot de wereldtop. In 1947 werden ‘we’ (Ivan voelt zich nog altijd óók Tsjech, vooral als het om ijshockey gaat) voor het eerst wereldkampioen. Intussen is dat al twaalf keer gebeurd. Op de eeuwige ranglijst staat Tsjechië derde, na Canada en Rusland.”

Waarom is ijshockey zo’n mooie sport?

“IJshockey heeft alles: het is de snelste teamsport die er bestaat, je moet behendig zijn, talent hebben, fantastisch kunnen schaatsen, lef hebben, doorgaan tot het uiterste en een beetje brutaal zijn.

Vertel ’s over je eigen carrière. Hoe goed was je?

“Ik speelde in de aanvalslinie, als rechter wing. Ik was een prima schaatser met een goede techniek. Ik was meer van de assist dan een afmaker. Ik ben linkshandig. Als je dan vanaf rechts naar binnen komt, kun je goed op doel schieten. In Tsjechië was ik met ons clubteam tweemaal jeugdkampioen. Ik denk niet dat ik het nationale team gehaald zou hebben. Ik ben al op 22-jarige leeftijd vertrokken. Daarna volgde een carrière bij verschillende Nederlandse clubs, eerst als Tsjech-met-schuilnaam, later als genaturaliseerd Nederlander. In ben als speler met Tilburg Trappers Nederlands kampioen geworden. Later heb ik bij verschillende clubs in de hoogste divisie gespeeld.”

Ik zie een boek over ijshockey van Frans Henrichs liggen …

“Dat kreeg ik van hem. Geweldige man! Als tv-sportverslaggever promootte hij ijshockey enorm. Kijk dit schreef hij voorin: ‘Voor Ivan Kocanda, de man die zich elke wedstrijd weer volkomen inzet voor zijn team!’ Hij zei vaak als commentator bij WK-wedstrijden dat ik de beste jeugdtrainer was in Nederland. Dat beschouw ik nog steeds als een groot compliment.”

Wanneer ben je gaan coachen?

Toen ik voor Hunters Utrecht speelde, ben ik al als jeugdtrainer begonnen, in 1971 of ‘72. Later was ik daar ook hoofdcoach van het eerste team. Als gediplomeerd trainer/coach (diploma’s in Tsjechië, Duitsland en Nederland behaald) werkte ik bij verschillende teams: Utrecht, Den Haag, Leiden, Amsterdam, Groningen, Leeuwarden en natuurlijk Heerenveen, waar ik sinds 1985 woon. En niet te vergeten acht jaar bij de nationale jeugdteams.”

Wat is je kracht als trainer/coach?

“Ik houd van discipline, toewijding voor de sport, ik train veel op tempo, op snelheid. Ik houd niet van gezeur en geklets. Wérken is mijn devies.”

Je bent nu 65. Eigenlijk was je in 2005 gestopt, maar in 2010 ben je toch weer begonnen. Waarom?

“Ach, je weet hoe dat gaat: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik werd gevraagd opnieuw jeugdteams onder mijn hoede te nemen. Ik train momenteel de jeugdteams U8, U10, U12 en U17. Met de U17 haalden we in 2010 meteen weer de finale. Ik voel me fit: ik doe aan yoga en ik zwem elke dinsdag.”

“Loop even mee naar boven, voor een paar foto’s”, zegt Ivan. Op zijn bureau ligt het uitgeschreven trainingsprogramma voor vanmiddag klaar. Overal staan sportboeken, de meeste over ijshockey, veel dvd’s ook. Hij haalt een cd-rom met foto’s tevoorschijn en we maken een keuze. Uit het enthousiasme waarmee hij boeken en foto’s laat zien, concludeer ik dat hij misschien nog jaren doorgaat. Ik vraag het niettemin even.

“Waarschijnlijk tot ik erbij neerval. IJshockey is mijn leven!”

Rob Kerkhoven, oktober 2012

Hier de link naar de blog van Rob Kerhoven